Slimmer werken

Slimmer werken en betere werkplanning

Slimmer werken is een veel voorkomende term in timemanagement. Door je werkplanning efficiënter te maken houd je meer tijd over. Het is bedoeld ter bevordering van de efficiency, van de doelmatigheid en effectiviteit. Je kan namelijk heel veel uren maken, veel taken en verantwoordelijkheden hebben, maar dat wil nog niet zeggen dat je goed werk levert, of dat je succesvol bent. De manier waarop je je taken aanpakt maakt een groot verschil. Zo kun je heel efficiënt je takenlijst afwerken, maar nog geen stap dichter bij je doel komen, omdat je met de verkeerde dingen bezig bent. Onderaan de streep hebben je bezigheden dan weinig effect. Slimmer werken houdt in dat je je werk op een handigere manier organiseert, zodat je met minder moeite, minstens evenveel of meer kunt doen. Het betekent creatief of ‘slim’ met je werk, je werkomgeving en de tooling die je hebt omgaan.  

Stressverlagend

Met slimmer werken wil je weer ‘in control’ zijn. Het idee dat je geen controle meer hebt over je werk geeft veel stress. Je hebt het idee dat alles maar op je af blijft komen zonder daar zelf grip op te hebben. Met slimmer werken wordt daarom beoogd:  
  • Minder stress hebben
  • Werkplanning op orde hebben
  • Efficiënter werken
  • Beter met kostbare tijd omgaan
  • Effectief plannen
  • Focussen op de juiste dingen
  • Verschil tussen belangrijk en urgent weten
  • Juiste prioriteiten kunnen stellen
  • Organiseren
  • Meer werk kunnen doen in minder tijd
  • Met minder moeite werken
  • Meer tijd overhouden
  • Een betere planning hebben
  • Betere resultaten behalen
  • Meer tijd voor privé en de juiste balans werk-privé krijgen
  Met slimmer werken gaat niet enkel van het gedrag en de inzet van de medewerker uit. Ook van de kant van de organisatie speelt werk beter organiseren een rol. Zo kan vanuit de organisatie meer de nadruk liggen op samenwerken, kennisdelen, faciliteren en tooling van de medewerkers.  

3 Vragen die je jezelf moet stellen voordat je ergens aan begint:

  1. Waarom doe je iets?
  2. Wat is het effect?
  3. Wat levert het me op?
  Een ezelsbruggetje is de zin: ‘Moet ik dit nu doen?’ Moet je iets doen? Of mag het? Moet ik dit doen, of iemand anders? Moet je dit nu doen, of iets anders? Enz. Wil je hier meer over weten en een keer een training bij ons volgen? Kijk dan hier.  
Reactie plaatsen