Help mijn werk is niet leuk meer

Het regent

Ik sta voor het raam en kijk naar de tuin waar ik vandaag in had willen werken. Ik heb het al een paar keer uitgesteld. Meestal vind ik alle karweitjes in de tuin leuk, dus waarom dan nu zoveel uitstel? Plotseling zag ik het. Het antwoord lag gewoon voor me in de border!

Ten eerste die grote groep herfstasters. Die groeit veel te hard en heeft al veel leuke planten er omheen overwoekerd. En dan dat siergras. Het is bruin, dat hoort zo, maar het ziet er uit alsof het is mislukt. Geen gezicht. Opzij staan drie hortensia’s. Krijgertjes. Ik voelde me verplicht om ze in de tuin te zetten, maar ze horen er niet. Achteraan staat een heester die maar niet wil bloeien.

Het werk is niet leuk meer in de tuin op deze manier

Jouw werk is niet leuk meer als je taken hebt die veel te veel tijd in beslag nemen, als je aan een project werkt waar geen kleur aan zit, als je klussen erbij hebt moeten nemen die eigenlijk niet bij jou horen maar waar je geen nee tegen kon zeggen of als je een onderzoek doet waar geen interessante resultaten uitkomen.

Tijd voor actie

Het regent nog steeds en ik ga zitten met een pen en schrijfblok. In een half uur heb ik een nieuwe border ontworpen. Straks ga ik lekker in de tuin werken.

Wil je dat je tuin er mooi bij staat en leuk bloeit dan moet je snoeien, wieden, woekeraars terugdringen, krijgertjes die er niet horen eruit halen en planten die tegenvallen vervangen.

In je werk moet je ook af en toe afstand nemen en bekijken of het allemaal nog wel zo leuk is. Liefst ruim voor je denkt “Help, mijn werk is niet leuk meer!”

  • Ook in je werk zijn er projecten die misschien zijn gaan woekeren. Die steeds maar groter zijn geworden waardoor leuke klussen blijven liggen.
  • Er zijn ook vast projecten te vinden die nooit echt tot bloei zijn gekomen, hoe hard je er ook aan hebt gewerkt.  En dat in de toekomst ook niet zullen gaan doen.
  • En dan de klussen die helemaal niet bij jou horen, die je naar je toe  geschoven hebt gekregen. Of die je hebt aangenomen omdat niemand anders het deed.
  • En niet te vergeten de klussen die heel leuk leken maar jou uiteindelijk nooit voldoening zullen geven.

Neem ook je routinetaken onder de loep en kijk eens kritisch naar de wijze waarop je ze uitvoert. Moet je ze doen zoals je het altijd al deed, of kan het simpeler?

Neem pen en papier en maak een plan!

  1. De eerste stap is dat je opschrijft wat het doel van je functie is. Als je dat goed voor ogen houdt weet je meteen welke taken en projecten bij je horen en welke niet;
  2. De tweede stap is dat je opschrijft welke taken onnodig zijn of overbodig zijn geworden;
  3. De derde stap is het bepalen van de waarde.

Bij iedere taak, project of activiteit geef je aan wat de waarde ervan is voor je functie, voor je werk. Op een schaal van 1-5.

Kijk eerst eens goed naar de betekenissen van de waarderingscijfers voordat je meteen aan de slag gaat. Ik heb ze in een schemaatje gezet:

Waarde voor je functie            geen    weinig     veel        veel        veel
Waarde voor de organisatie     geen    geen       weinig     veel        veel
Plezier dat je er aan beleeft     geen    geen       weinig     weinig     veel
waarderingscijfer                        1          2            3           4         5

Zó kun je ingrijpen

Alles met waarde 1 moet je mee ophouden. Niemand heeft er wat aan.
Klussen met waarde 2 horen niet bij jou en zelfs als ze naar een ander gaan is het de vraag of ze voortgezet moeten worden, het heeft immers weinig waarde voor de organisatie.
Waarde 3 activiteiten zijn het bespreken waard. Meestal valt hier winst te behalen door ze anders aan te pakken. Minder tijd en energie er aan (hoeven te) geven is vaak de oplossing.
Waarde 4 heb je gegeven aan belangrijke taken en projecten, alleen beleef jij er zelf weinig plezier aan. Hoe kun je het zo inrichten dat je er wel plezier aan beleeft? Wat is de reden dat je er weinig plezier aan beleeft?
Waarde 5 activiteiten moeten een belangrijke plaats innemen. Zowel in je tijd als in je aandacht en energie. Plan ze in met voldoende tijd. En probeer er meer van te krijgen in ruil voor activiteiten met weinig waarde.

Als laatste bekijk je de wijze waarop het werk gedaan wordt:
– zaken die overbodig zijn
– fouten die veel gemaakt worden
– dubbel werk
– zaken waar jij veel achteraan moet
– dingen die niet gedaan worden
– werk dat zodanig aangeleverd wordt dat jij je planning ervoor moet omgooien. Schrijf ze op en verzin oplossingen.

Wieden doe je voordat het onkruid bloeit en zaad heeft gemaakt

Als je nu een actieplan hebt, maak er dan een tijdspad bij. Neem het tijdspad niet te krap! Sommige dingen zijn niet snel te veranderen. En je hebt ook nog je werk te doen.

Ook in de tuin hebben de verschillende werkzaamheden hun eigen moment: wieden doe je voordat het onkruid gaat bloeien en in zaad schiet, snoeien op de momenten die daarna grotere bloei garandeert, intomen van woekeraars voordat ze de leuke bloeiers overwoekeren en uitspitten en verwijderen kan natuurlijk altijd.

“Mijn werk is niet leuk meer” hoeft echt niet lang te bestaan.